
(Foto: pxhere.com)
Woensdag 14 juni publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nieuwe cijfers over zorgopnamen in Nederland. Deze gegevens laten een opvallende regionale variatie zien in het aantal klinische opnamen en observaties, evenals dagopnamen, voor verschillende diagnosen. De cijfers zijn gebaseerd op het aantal opnamen per 10.000 inwoners in verschillende regio’s over een periode van 2013 tot en met 2021.
De cijfers van het CBS werpen een interessant licht op de historische zorgopnamen in Nederland. De cijfers richtten zich op de opnamen per 10.000 inwoners voor zowel klinische opnamen en observaties als dagopnamen, en omvatte verschillende diagnosen over een periode van 2013 tot en met 2021.
Opvallend genoeg laten de resultaten een aanzienlijke regionale variatie zien. In Echt-Susteren waren er bijvoorbeeld in 2013 maar liefst 1080,4 klinische opnamen en observaties per 10.000 inwoners. Dit aantal nam geleidelijk af tot 950,5 in 2020, maar steeg vervolgens weer licht naar 976,3 in 2021.
In vergelijking hiermee vertoonde de gemeente Leudal een ander patroon. Daar begon het aantal opnamen in 2013 bij 1034 per 10.000 inwoners en bereikte het een piek van 1129,3 in 2017. Vervolgens was er een geleidelijke daling tot 909,3 in 2021.
Dagopnamen
Het is duidelijk dat de trends in de verschillende regio’s sterk uiteenlopen. Dit wijst mogelijk op regionale verschillen in de gezondheidstoestand van de bevolking, de beschikbaarheid van zorgfaciliteiten en de behandelpraktijken in de verschillende regio’s.
Naast klinische opnamen en observaties werden ook het aantal dagopnamen gerapporteerd. Opnieuw was er sprake van regionale variatie. In Echt-Susteren bijvoorbeeld was er een aanzienlijke afname van 1549,7 dagopnamen per 10.000 inwoners in 2013 tot 892,2 in 2020, gevolgd door een stijging tot 1020,4 in 2021. Een vergelijkbaar patroon was te zien in Leudal, waar het aantal dagopnamen daalde van 1268,7 in 2013 naar 1062,5 in 2015, om vervolgens weer te stijgen naar 119.